Archief voor categorie: Uncategorized

Winterdip of depressie: wat is het verschil?

https://mkbasics.nl/nieuws/winterdip-of-depressie-wat-is-het-verschil/

Winterdip of depressie: wat is het verschil?

In deze donkere, druilerige periode slaat de somberheid gemakkelijk toe. Naar schatting heeft ongeveer 10 procent van de Nederlanders last van een winterdip. Bij zo’n seizoensdepressie doet een dagelijkse portie zonlicht al veel goeds. Anders ligt dat bij een ‘echte’ depressie. Die heeft vergelijkbare symptomen, maar een totaal andere oorzaak. En vraagt dus ook om een andere aanpak. Waar zitten de verschillen en hoe help je medewerkers die last hebben van somberheid?

Depressies, seizoensgebonden of niet, kenmerken zich onder andere door aanhoudende vermoeidheid, somberheid, passiviteit en concentratieproblemen. Serge van Amstel, GZ-psycholoog: “Bij een winterdip ligt dat vooral aan het slaaphormoon melatonine. We hebben zonlicht nodig om dit af te breken. Terwijl we in deze donkere maanden vaak een ‘mollenbestaan’ leiden: we zitten al voor het licht wordt op ons werk en gaan naar huis als het alweer donker is. Alsmaar binnen. Zo blijft de melatoninespiegel hoog. Daardoor worden we niet goed wakker en blijven we in die wollige, slaperige toestand hangen. Een depressie presenteert zich met soortgelijke klachten als een winterdip, maar is het gevolg van een tekort aan serotonine, een heel ander stofje in de hersenen.”

Melatonine versus serotonine
Thuis de lampen vaker aan heeft voor een winterdip geen zin. Serge: “Normale lampen hebben niet de juiste frequentie om melatonine af te breken. Zonlicht is wel 500 keer sterker. Wat wel werkt is tóch naar buiten gaan en dingen doen die energie geven, al heb je daar in de winter misschien minder zin in. Ook beweging en koffie in de ochtend kunnen helpen. Net als speciale lichttherapielampen die precies de juiste frequentie hebben om melatonine af te breken. Bij een depressie die samenhangt met een tekort aan serotonine krijg je daar juist hoofdpijn van. In die situatie ben je beter af met goede therapie, in ernstige gevallen in combinatie met medicatie. Ook veel bewegen is aan te raden; daardoor ga je weer serotonine aanmaken.”

“Een depressie presenteert zich met soortgelijke klachten als een winterdip …”

GZ-psychologen maken het onderscheid
Voor werkgevers en leidinggevenden is het onderscheid tussen een winterdip en een depressie meestal moeilijk te maken. “Die vraag komt niet eens altijd op”, zegt Serge. “Ook niet bij de medewerkers zelf; die voelen zich gewoon rot. Terwijl het verschil voor de behandeling wél relevant is. Dat maakt het extra belangrijk om de juiste diagnose te stellen. Mijn collega-GZ-psychologen en ik zetten onze expertise in om de klachten goed te interpreteren en te behandelen. Een groot voordeel van onze positie is dat we daarbij samen met de bedrijfsarts een goede inschatting kunnen maken van wat iemand qua werk aankan en hem of haar daarin kunnen begeleiden. En dat we ook kunnen helpen de dialoog tussen medewerker en werkgever op gang te houden of te brengen. Dat kan er echt aan bijdragen dat klachten uitval voorkomen of aanzienlijk verkorten.”

Meer weten?

HR Praktijk Stop de tredmolen

Stop de tredmolen, het wordt tijd om stil te staan!

Het beeld van de tredmolen is voor veel mensen herkenbaar. Blijven hollen. Doorgaan. En het gevoel hebben dat als je stopt met rennen, je controle verliest en dat dan alles instort. Bij mensen die op die manier al heel lang niet tot rust komen, gebeurt dat vaak ook echt – niet voor niets is elk jaar na de zomervakantie een flinke piek te zien in de aanmeldingen voor GZ-psychologen.

Zolang je doorrent, voel je niet dat je eigenlijk stuk zit. Je dendert door, want het werk moet af. Dat doet het overlevingshormoon adrenaline dat in je lichaam vrijkomt in situaties die je als bedreigend ervaart. Vanuit evolutionair oogpunt is die bewustzijnsvernauwing handig als je bijvoorbeeld moet vluchten voor een wolf. Maar onder aanhoudende werkdruk is het juist niet goed om je gevoelens te negeren. Want dan kan die overlevingsdrang uitmonden in chronische stress.

Tredmolen als conversatiestarter

Hoe haal je medewerkers uit die tredmolen? Of liever: hoe voorkom je dat ze erin belanden? Dat begint erbij dat je als leidinggevende alert bent en je medewerkers in de gaten houdt. Als je in contact blijft, pik je de mensen die risico lopen er eerder uit. Merk je dat iemand alsmaar doorgaat, achter het bureau luncht en ook buiten werktijd voortdurend aan het werk is, dan wordt het tijd om in te grijpen en het gesprek aan te gaan.

Het beeld van de tredmolen kan daarbij een goede conversatiestarter zijn. Informeer of je medewerker zich hierin herkent. Geef terug wat jij ziet. Vraag hoe het komt dat een halfuurtje lunch er nooit in zit en bespreek wat er nodig is om te vertragen en rust te nemen zonder dat het kaartenhuis instort. Wat maakt dat iemand het lastig vindt grenzen te stellen en hoe kun jij helpen die drempel weg te nemen?

Vermijd de valkuil

Vooral collega’s die een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben, perfectionistisch zijn en geen nee kunnen zeggen, zijn gevoelig voor het tredmoleneffect. Ideale medewerkers voor leidinggevenden: je kunt op ze bouwen, ze pakken alles aan en zorgen dat hun werk altijd op tijd af is. En dan is het ook nog goed gedaan. De grootste valkuil voor leidinggevenden is dan ook dat de neiging kan ontstaan om tredmolengedrag aan te moedigen. Realiseer je dan dat niemand eeuwig door kan gaan. Erop toezien dat zo’n collega af en toe pauze neemt, niet overladen wordt met werk en zichzelf leert begrenzen is veel duurzamer.

Preventie werkstress; hoe bevordert u veerkracht

Preventie werkstress: beïnvloed wat u beïnvloeden kunt
Hoe bevordert u veerkracht?

Als HR-professional wilt u werknemers die fit, competent en vitaal zijn. Dat lukt alleen als
de mentale veerkracht van werknemers op orde is. U kunt deze wendbaarheid en weerbaarheid stimuleren door te zorgen dat werknemers sociale steun en waardering ervaren, ontwikkelmogelijkheden krijgen en autonoom kunnen werken.

Werkstress is het arbeidsrisico van deze tijd. Veel mensen ervaren grote stress in hun werk. In 2014 waren volgens TNO ruim 7,5 miljoen verzuimdagen te wijten aan werkdruk en werkstress. Geen wonder dat u zich blijft inspannen om werkstress te voorkomen. Bij het ontwikkelen van preventief beleid proberen organisaties vaak zowel de arbeidsbelasting als de belastbaarheid te beïnvloeden. Als datgene wat een werknemer moet doen strookt met wat hij aankan, is er geen groot risico op werkstress – zo is het achterliggende idee.
Tijdelijk
De ervaring leert dat het niet effectief is om alle energie te steken in het verminderen van de arbeidsbelasting van werknemers. Toch gebeurt dit nog regelmatig. Werkgevers hebben de neiging om werk weg te halen bij mensen die het naar eigen zeggen te druk hebben. Dit kan enige tijd soelaas bieden. Maar het werkt altijd maar tijdelijk. Taken en verantwoordelijkheden veranderen in de praktijk telkens weer vanwege externe factoren die buiten het bereik van de werknemers vallen. De aard van de opdrachten verandert bijvoorbeeld. Hetzelfde geldt voor de werkplek, het IT-systeem of de bedrijfslocatie.
In de huidige tijd waarin verandering een constante factor is geworden, is het reguleren van werkdruk onvoldoende. Er zijn werknemers nodig die de ruimte hebben om gemakkelijk op alle veranderingen in te springen. Daarom is het anno 2016 veel effectiever als u investeert in het vergroten van de belastbaarheid en veerkracht van individuele werknemers. Juist ook omdat lijnmanagers en individuele werknemers hier, met behulp van passend HR-instrumentarium, wél grote invloed op hebben. Hoe ziet zo’n instrumentarium eruit?
Bedrijfscultuur
Belangrijke randvoorwaarde voor het vergroten van de veerkracht van mensen, is een gezonde bedrijfscultuur. Als HR-professional heeft u hierin een sleutelrol. Het simpelste recept om de eigen weerbaarheid te vergroten, zowel privé als op het werk, is en blijft het stimuleren van een gezonde leefstijl. Werknemers die goed eten, slapen en bewegen zijn bewezen productiever: 10 à 15%. Meervoudig onderzoek laat zien dat gezondheidsmanagement directe en positieve effecten heeft op duurzame inzetbaarheid, performance en verzuim.
Onderdeel van een gezonde cultuur is ook de mogelijkheid om af en toe rust te nemen. In veel bedrijven is het ‘stoer’ om door te blijven jakkeren, ook als dat niet echt nodig is. Onophoudelijk hard doorwerken is zowel op korte als lange termijn niet effectief. Juist het evenwicht tussen grote werkdruk en relatieve ontspanning in het werk leidt vaak tot de beste en meest creatieve resultaten. Organisaties zouden hun werknemers vaker moeten aansporen om zichzelf rust te gunnen.
Een gezonde cultuur vraagt ook om een open cultuur. Het is belangrijk dat uw organisatie een omgeving biedt waarin het veilig is om zaken te bespreken. Als mensen elkaar vertrouwen, vergroot dit de kans dat problemen worden uitgesproken en opgelost.
Gesprek
Belastbaarheid en veerkracht zijn individugebonden. De werknemer heeft de sleutel naar succes zelf in handen. De leidinggevende en de HR-afdeling kunnen wel een zet in de goede richting geven. De manier waarop het gesprek over weerbaarheid wordt gevoerd is hierbij uiterst belangrijk. De praktijk leert dat leidinggevenden of HR-professionals een aantal dingen in zo’n gesprek vooral niet moeten doen. Bijvoorbeeld het doen van toezeggingen die u niet kunt waarmaken . Minstens zo negatief zijn de effecten als u klachten over werkdruk niet serieus neemt. De kans is dan groot dat de werknemers nooit meer om hulp zullen vragen. Het risico op langdurige uitval neemt hiermee toe. Wat u ook beter kunt vermijden is het stellen van ‘waarom’-vragen die de werknemer als beschuldigend kan ervaren: waarom heb jij het altijd zogenaamd zo druk terwijl ik jouw collega’s daar nooit over hoor?
Kernprobleem
Hoe kunt u een gesprek over veerkracht, wendbaarheid en weerbaarheid dan wel voeren? Dat begint met openheid. Een gesprek zonder verwijten, met vragen die niet beschuldigend van aard zijn, maar die antwoord zoeken op de echte oorzaak van de werkdruk of de verminderde veerkracht. Het gaat dan om concrete vragen zoals: Wat breekt jou op waardoor je steeds weer grote werkdruk ervaart? Wat is volgens jou de reden dat je minder energie hebt dan voorheen? Wat is volgens jou een oplossing voor je probleem? Wat kan ik doen om bij te dragen aan je oplossing? Met dergelijke constructieve vragen is de kans groot dat de werknemer ook voor zichzelf duidelijk krijgt wat de kern van het probleem is. Misschien heeft iemand opgroeiende kleine kinderen en zit er nauwelijks rek in de werktijden. De werknemer heeft dan te weinig regelmogelijkheden. Het kan ook zo zijn dat iemand moet erkennen dat hij bepaalde vaardigheden mist en daarom steeds weer vastloopt.
Werknemers hebben zelf een sleutelrol in het vergroten van hun veerkracht. Tegelijkertijd kunt u, zodra de achtergrond van het probleem duidelijk is, oplossingsgerichte ondersteuning bieden. Dit kan via allerlei instrumenten die de werknemer helpen om kennis en vaardigheden bij te spijkeren of, vaak nog belangrijker, het eigen gedrag te leren veranderen. Hierbij kunt u denken aan instrumenten zoals gezondheidsprogramma’s en vitaliteitscoaching, maar ook de inzet van een psycholoog of diëtist, een training mindfulness of een cursus timemanagement.
Denkfout
Bij managers leeft soms de misvatting dat een gesprek over werkdruk ertoe kan leiden dat de hoeveelheid werk die een werknemer moet doen bij de manager komt te liggen. Dit kan een onbewuste drempel zijn om het gesprek aan te gaan. Wat blijkt? Het gesprek aangaan met werknemers blijkt hen juist te motiveren om anders te gaan werken, met een hogere productiviteit tot gevolg.
Sleutelen aan arbeidsvoorwaarden
Om de veerkracht van werknemers te ondersteunen kan het ook raadzaam zijn om nog ‘ns goed te kijken naar de inrichting van de arbeidsvoorwaarden. Zo kunt u werknemers aanbieden om (vaker) thuis te werken. Ook is het een optie om de mogelijkheden voor bijvoorbeeld zorgverlof verder te verruimen . Wat ook steeds vaker gebeurt is dat organisaties afspraken maken over de bereikbaarheid van werknemers. In een toenemend aantal bedrijven is de afspraak dat er ’s avonds in principe niet meer naar elkaar gemaild mag worden. Mede dankzij dit soort maatregelen krijgen werknemers de tijd om tot rust te komen.
Training
Werkstress en verminderde veerkracht dienen zich vaak ruim van tevoren aan. Een werknemer besteedt minder aandacht aan uiterlijke verzorging. Hij krijgt lichamelijke klachten zoals rugklachten of hoofdpijn. Iemand gaat altijd nauwgezet te werk, maar maakt plots steeds vaker schoonheidsfoutjes. En een werknemer die altijd de rust zelve is, reageert de laatste tijd snel aangebrand. Met name lijnmanagers en direct leidinggevenden zijn in de gelegenheid om dergelijke signalen op te pikken. Gerichte training kan hen helpen om deze signalen ook daadwerkelijk te herkennen. Bij het trainen van leidinggevenden is het ook raadzaam om kennis over te brengen van risicogroepen: werknemers die extra gevoelig zijn voor werkstress en verminderde veerkracht. Bekende risicocategorie zijn werknemers die ook als mantelzorger actief zijn. Andere groepen die extra risico lopen zijn oudere werknemers die bijvoorbeeld bepaalde fysieke taken niet meer aankunnen. Ook werknemers met jonge kinderen hebben een hoger risico. Hetzelfde geldt voor de categorie van de perfectionisten: medewerkers die uit onzekerheid altijd naar een optimale prestatie streven en die hun werk zelf nooit goed genoeg vinden.

Ernst Lutgert, bedrijfsarts
Serge van Amstel GZ Psycholoog 

 

Let op de toppers

Let op de toppers

Juist de beste medewerkers kunnen omvallen

 

Het grootste beroepsrisico in ons land is stress op de werkvloer: een derde van het werkgerelateerde ziekteverzuim hangt hiermee samen. Wie lopen risico om uit te vallen? En waar zijn deze werknemers het meeste mee geholpen? Ernst Lutgert en Serge van Amstel, bedrijfsarts en bedrijfspsycholoog bij Arbo Unie, pleiten voor een multidisciplinaire, liefst preventieve aanpak.

 

“Wat opvalt is dat mensen die omvallen door stress, vaak een bepaalde combinatie van persoonskenmerken hebben”, vertelt Lutgert. “Ze leggen de lat voor zichzelf heel hoog, zijn perfectionistisch, goed gemotiveerd, loyaal en zeggen graag ja.. Meestal zijn het dus je beste werknemers: ze leveren goed werk en je zult ze niet snel betrappen op fouten. Daardoor krijgen ze extra werk en taken, en omdat ze niet graag nee zeggen, ligt er altijd veel op hun bord. Een nare valkuil, want werkgevers zijn juist blij met medewerkers die heel erg inzetbaar zijn en geven hun graag taken geven omdat ze weten dat het dan goed komt. Helaas blijkt dat in sommige gevallen niet duurzaam te zijn.”

 

Bezuinigen op de verkeerde dingen

Van Amstel: “De klachten bouwen zich meestal langzaam op: het begint met wat vage klachten, zoals wat minder concentratie, vermoeidheid, prikkelbaarheid. Dat gaat vanzelf wel over als het wat minder druk wordt, is meestal de reactie. Wat je bovendien vaak ziet is dat mensen een te hoge werklast op een verkeerde manier compenseren. Ze bezuinigen op dingen die juist goed voor hen zijn; ze gaan minder sporten, slaan verjaardagen over, nemen niet de tijd om goed te eten, pakken eens een extra borrel om te ontspannen. Op die manier verminderen ze hun eigen draagkracht. Totdat ze omvallen.”

 

Stress herkennen

Lutgert en Van Amstel krijgen deze kwetsbare groep medewerkers vaak pas in hun spreekkamer als het compenseren niet meer lukt en ze zich uiteindelijk ziek moeten melden. Dat is ontzettend jammer en vooral te laat. Daarom attenderen zij werkgevers steeds nadrukkelijker op ruimere aandacht voor preventieve maatregelen. Op de mogelijkheden om te investeren in werknemers zodat ze zelf in staat blijven om topprestaties te leveren. Zoals ook topsporters nóg beter worden met de juiste coaching. Het versterken van de mentale veerkracht van de werknemers die het onderste uit de kan halen is een investering die zichzelf dubbel en dwars terugbetaalt. In performance én in individuele gezondheid. Het komt erop neer dat zowel de leidinggevende als de werknemer zichzelf vaardigheden aanleert waardoor ze optimaal en ook duurzaam kunnen blijven presteren.

 

Ga het gesprek aan
Leidinggevenden hebben daarbij een cruciale rol. Lutgert: “Als je aan leidinggevenden vraagt of ze niet hebben zien aankomen dat hun medewerker ging uitvallen, blijken ze negen op de tien keer achteraf wel degelijk signalen te hebben opgevangen. Alleen hebben ze er te weinig acht op geslagen.” Dat is jammer want de vaardigheden om wél op tijd in actie te komen zijn te trainen. “Zo worden leidinggevenden alerter op veranderend gedrag bij medewerkers, zoals geprikkeldheid of wisselende stemmingen”, zegt Van Amstel. “Daar kunnen ze dan mee aan de slag voordat het te laat is. Het gesprek aangaan, druk wegnemen. Het vaak gehoorde argument ‘het werk moet wél gedaan worden’ geldt niet, want als iemand uitvalt, moet je hetzelfde werk met nóg minder mensen doen.”

 

Trek aan de bel

Ook de periodieke medische onderzoeken onder werknemers met vragen over stress en piekeren brengen sluimerende en dreigende problemen in organisaties boven tafel. Belangrijke signalen waarmee onderliggende pijnpunten in een organisatie te achterhalen zijn en waarop werkgevers kunnen bijsturen. Werknemers hebben daarin ook een eigen verantwoordelijkheid. Lutgert: “Stimuleer werkenden om op tijd aan de bel te trekken. In een werkomgeving waar zowel prestatie als gezondheid prioriteit hebben is dat de normaalste zaak van de wereld. Daar is het juist een positief signaal, en niemand schaamt zich ervoor. Een oriënterend gesprek met een bedrijfsarts kan de eerste stap zijn, bijvoorbeeld tijdens een preventief spreekuur of via de online videochat. Daar zie je snel of iemand zich richting gevarenzone begeeft en dat is dan vaak nog makkelijk bij te sturen”, aldus Lutgert.

 

Samen optrekken

Komt het ondanks alle inspanningen toch tot verzuim, dan zijn er gezamenlijke inspanningen nodig om iemand weer terug in het arbeidsproces te krijgen. Van Amstel: “Het is belangrijk om samen op te trekken, elk vanuit zijn eigen discipline of rol. De bedrijfsarts, andere professionals zoals de psycholoog en de bedrijfsmaatschappelijk werker én de werkgever. Dat iedereen zich realiseert in welke fase van herstel een werknemer zit en periodiek afstemmen welke benadering daarbij het beste aansluit. Dat kan zonder de privacyrichtlijnen te overschrijden. Het gaat erom dat niemand het proces onnodig vertraagt door de verkeerde dingen te zeggen op het verkeerde moment. Dat je met iemand over spoedige werkhervatting gaat praten op het moment dat dit bij de begeleiding past en niet als iemand nog worstelt met allerlei emoties.

Hoe voorkom je dat een dip een depressie wordt

Hoe voorkom je dat een dip een depressie wordt?

Zo’n 20 procent van de Nederlanders van 18 tot 64 jaar krijgt ooit te maken met een depressie. In absolute aantallen maken jaarlijks ruim een half miljoen volwassenen een depressieve periode door. Daarmee vormen depressies de meest voorkomende aandoening onder medewerkers met psychische klachten. Hoe ga je daarmee om als werkgever? En wat kun je preventief doen?

Wanneer heeft iemand een depressie?

San Oeij, bedrijfsarts : “Bij die diagnose is altijd sprake van ernstige somberheid en een afname van belangstelling. In alles. Daarnaast kunnen een verminderde concentratie, vermoeidheid en stemmingswisselingen een rol spelen.”

Wie lopen risico op een depressie?

San: “Of je gevoelig bent voor een depressie, is voor een deel genetisch bepaald. Maar een depressie kan ook seizoensgebonden zijn, een gevolg zijn van een traumatische gebeurtenis of bijvoorbeeld samenhangen met een schildklieraandoening.” Opvallend genoeg hebben vrouwen, vooral jonge vrouwen, twee keer zo vaak last van een depressie als mannen. Onze GZ-psycholoog Serge van Amstel : “Dit kan te maken hebben met de hormoonhuishouding of een stressvolle combinatie van werk en zorgtaken. Onderzoek heeft dit vraagstuk nog niet opgehelderd. De cijfers vormen wel een goede reden om extra aandacht aan deze groep te besteden.”

Voorkomen is beter

San benadrukt hoe belangrijk het is om voorzorgsmaatregelen te nemen. “Een depressie komt meestal niet uit het niets; vaak zijn er al stressoren zichtbaar die tot psychische klachten leiden. En juist omdat de kans op herhaling bij een depressie relatief groot is, is het cruciaal om die eerste depressie al te voorkomen.” Zijn tip aan leidinggevenden en collega’s: “Let op elkaar. Je hoort weleens dat psychische problemen op de werkvloer niet goed herkend worden, maar je merkt het gewoon aan iemand als die zich anders dan anders gedraagt. Maak het bespreekbaar. En geef steun, laat zien dat je er bent voor elkaar.”

Wat kan iemand zelf doen om een depressie te voorkomen?

“Het is belangrijk dat je dingen blijft doen waar je energie van krijgt, in je werk en privé”, zegt San. “Onderneem activiteiten waar je voldoening uit haalt. Voer je plannen uit. Ook als je hoofd er niet naar staat.” Zonlicht heeft ook een positief effect: “Ga de buitenlucht in – zonder smartphone – en geniet van het hier en nu in plaats van te denken aan straks en gisteren. Piekeren levert niks op. En maak regelmatig tijd om even stil te staan bij waar je mee bezig bent. Gaat het goed met je? Ben je nog tevreden? Ervaar je dat ook genoeg? Daar komen we in alle hectiek vaak te weinig aan toe.”

Wat als iemand toch depressief wordt?

“Dan is het zaak om zo snel mogelijk tot behandeling over te gaan”, antwoordt Serge. “Hoe eerder je een depressie of een voorstadium daarvan aanpakt, hoe beter je die negatieve gevoelens kunt onderbreken. Als GZ-psycholoog heb ik korte lijnen met de bedrijfsarts en de leidinggevende, zodat we een actieve rol kunnen spelen in de begeleiding van de medewerker.” San voegt toe: “Als de crisisfase voorbij is, is re-activatie een voorwaarde voor herstel. We weten dat rust allerlei bijwerkingen heeft. In beweging komen is vaak onderdeel van het beter worden. En opnieuw: steun van je leidinggevende en je team helpen daar ook bij.”

 

Werkstress? Gezond leven en praten helpt!

Werkstress? Gezond leven en praten helpt!

18 nov 2015 420

Rene Ravestein

Gezond leven is en blijft de beste manier om stress te lijf te gaan, zeggen Ernst Lutgert en Serge van Amstel, bedrijfsarts en GZ-psycholoog bij Arbo Unie. ‘Als mensen gezond leven, neemt hun belastbaarheid en veerkracht direct toe. Ook gaat de productiviteit van werknemers met 10 tot 15% omhoog.’

Foto: Pixabay

Goed eten en drinken, voldoende bewegen en slapen, afwisselen van inspanning en ontspanning als beste remedie tegen werkstress. Hoe simpel kan het zijn? Het is om die reden altijd raadzaam om medewerkers de mogelijkheden aan te reiken en te ondersteunen om gezonder te werken en te leven. Tegelijkertijd is werkstress ook een zeer persoonlijke aangelegenheid. Iedere medewerker is anders, iedere situatie is anders.

Lutgert: ‘De mate van persoonlijke belastbaarheid en mentale veerkracht zijn van vele factoren afhankelijk.’ Van Amstel: ‘Het heeft ook te maken met mindset en persoonlijkheid. Staat iemand open voor verandering of is iemand juist heel voorzichtig? Maar ook met de sociale omgeving: kan iemand wel of niet werk en privétaken combineren, is iemand wellicht mantelzorger? Ook competenties spelen een grote rol. De ene persoon heeft meer in zijn mars dan de ander of is eenvoudigweg beter geknipt voor bepaalde taken.’

Een beter gesprek
Juist omdat er grote verschillen zijn tussen medewerkers raden bedrijfsarts Lutgert en GZ-psycholoog Van Amstel HR-managers aan om, naast genoemde generieke voorzieningen en maatregelen, open het gesprek aan te gaan met medewerkers. De manier waarop dit gesprek plaatsvindt is belangrijk, aldus Lutgert. ‘Doe geen toezeggingen die je niet kunt waarmaken. En zeg nooit als iemand klaagt over werkdruk: even een tandje erbij. Dan weet je namelijk zeker dat deze persoon je nooit meer om hulp zal vragen. Zo raak je het zicht kwijt op hoe mensen zich voelen en hoe ze in hun werk staan.’

Het echte probleem
Volgens Van Amstel is de toonzetting van het gesprek cruciaal. Hij pleit voor zogenaamde hoe- en wat-vragen. ‘Blijf weg van waarom-vragen: waarom krijg je jouw werk niet af terwijl dat anderen wel lukt, waarom ben je ook ’s avonds nog zo vaak aan het werk? Als je zo te werk gaat, is de kans groot dat iemand zich defensief opstelt. Hoe- en wat-vragen nodigen uit tot een open gesprek. Hoe komt het dat je het altijd zo druk hebt? Wat breekt je op, wat zit je in de weg? Als je het gesprek zo inricht is de kans veel groter dat iemand je vertelt waar het echte probleem zit. De mantelzorg blijkt een struikelbok, de privépartner blijkt minder flexibel, of iemand geeft eerlijk toe dat hij of zij specifieke kennis of vaardigheden mist. Als mensen vertellen wat hun grootste struikelblok is, kun je medewerkers ook gericht gaan ondersteunen.’

 

http://www.penoactueel.nl/Arbo/Algemeen/2015/11/Werkstress-Gezond-leven-en-praten-helpt-2719453W/

Vijf manieren om stress tegen te gaan

Vijf manieren om stress tegen te gaan
‘Ook corporate atleten hebben rust nodig’

Werkstress blijft een groot issue. Psychosociale klachten leiden steeds vaker tot verzuim. Dit lot treft medewerkers, maar ook managers. De belangrijkste remedie? Investeren in wat je kunt beïnvloeden: je eigen mentale veerkracht. ‘Durf af en toe niets te doen. Zonder rust geen prestatie.’

Bij het managen van stress wordt vaak gesproken over de balans tussen belasting en belastbaarheid. Als mensen hierin het evenwicht bewaren, kunnen ze overmatige stress buiten de deur houden, zo is de gedachte. Arbeidsbelasting geeft aan wat iemand moet doen: het feitelijke werk en het takenpakket. Belastbaarheid heeft betrekking op wat goed en gezond iemand aankan. Waar kun je nu als ‘evenwichtskunstenaar’ het beste je energie in stoppen? Wat heeft de hoogste opbrengst of rendement? Niet in het beïnvloeden van de arbeidsbelasting, zeggen Ernst Lutgert en Serge van Amstel, bedrijfsarts en GZ-psycholoog bij ArboUnie. Zowel managers als medewerkers ervaren in de praktijk weinig regie op hun arbeidsbelasting. Werkomstandigheden kunnen veranderen. Wellicht gaat het bedrijf verhuizen of wordt er overgestapt op een nieuw IT-systeem. Of de bedrijfsomgeving verandert en er zijn alleen nog werkplekken beschikbaar in de kantoortuin. De opdrachten veranderen en worden andere vaardigheden en competenties gevraagd. Het heeft niet zoveel zin om tegen dergelijke veranderingen te vechten. Veel slimmer en efficiënter is het om te zorgen dat de eigen weerbaarheid en wendbaarheid op peil blijft. Op dat onderdeel is wel regie mogelijk: iedereen kan zijn of haar mentale veerkracht zelf direct beïnvloeden.

Vijf tips
Als veerkracht de manier is om gezond, vitaal en zonder te veel stress te blijven werken – hoe kun
je dan als manager deze veerkracht stimuleren, bij jezelf en bij medewerkers? Lutgert en van Amstel hebben vijf tips.

1. Durf niks te doen: zonder rust geen prestatie
Ledigheid is des duivels oorkussen. Werk gaat voor het meisje. De Nederlandse taal zit vol uitdrukkingen die duidelijk maken dat luieren uit    den boze is. Ons calvinistische arbeidsethos zit ons in de weg: we durven geen rust te nemen, staan het onszelf en anderen niet toe om het af en toe wat rustiger aan te doen. Terwijl bekend is dat altijd hard doorwerken niet effectief is, juist de balans tussen spanning en ontspanning levert vaak het beste resultaat op. Durf niets te doen, durf vrij te nemen zou dan ook het motto moeten zijn voor managers en hun medewerkers. In de topsport hanteert men dit principe al langer. De bondscoach van het vrouwenhockeyteam laat sterspeelster Maartje Paumen thuis voor een toernooi. Reden: ze heeft rust nodig. Ze hoeft pas later te vlammen, bij de Olympische Spelen. Managers zouden zichzelf en hun medewerkers ook vaker rust moeten gunnen. Zeker als ze weten dat er binnenkort weer een groot project zit aan te komen dat een tijd lang heel veel van iedereen zal vragen. Ook corporate atleten hebben af en toe rust nodig, om overbelasting te voorkome.

2. Ga gezond leven en word productiever
Het allerbelangrijkste recept om de eigen weerbaarheid te vergroten, zowel privé als op het werk, is in theorie zeer eenvoudig: gezond leven. De positieve effecten op gezondheid en ook werkgebonden prestaties van voldoende bewegen, gevarieerd eten, voldoende slapen worde onderschat! Uit onderzoek weten we dat de productiviteit van werknemers louter door gezond te leven met 10 tot 15% omhoog gaat. Een groep hoger opgeleide managers ging samen werken aan gezonder gedrag. Het effect: hun ervaren én gemeten gezondheid verbeterde maar daarnaast namen hun billable hours met gemiddeld twee uur per week toe!

3. Zet af en toe een kruis in de agenda
Goede planning en consequente agendavoering helpen om gefocust, energiek en veerkrachtig in het werk te staan. Veel managers hebben echter back-to-back meetings: de hele dag zit vol gepland met afspraken. Dat geeft aan dat ze het “lekker druk” zijn maar heeft een negatief effect op de productiviteit. Ze komen vaak te laat, zijn onvoldoende voorbereid en zitten ter plekke nog hun mail te beantwoorden. Logisch, want de voorgaande meeting leverde actiepunten op. En dan zijn er nog de andere e-mails die beantwoord moeten worden of de onvoorziene omstandigheden die aandacht vragen. Het helpt al enorm als je, na een intensieve meeting, een kruis in de agenda zet; al is het maar een kwartier. Zelfs de manager die werkweken van 60 uur draait kan overeind blijven als hij op meerdere momenten van de dag even ruimte in zijn agenda creëert.

4. Herken het gedrag, ken de risico’s
Managers kunnen worden getraind in het herkennen van risico’s op verminderde veerkracht. De negatieve effecten van overmatige werkstress dienen zich meestal ruim van tevoren aan. Een goede indicator is veranderend gedrag. Het denken van mensen verandert: ze reageren verstrooid, vergeten dingen. Ook de emotie wordt anders: mensen reageren sneller geïrriteerd, zijn ontevreden. Het weerspiegelt zich vaak ook in gedrag buiten de reguliere bedrijfstijden: iemand zit steeds vaker te werken op ongebruikelijke momenten, drinkt meer, slaapt minder, komt ongeschoren of minder verzorgd op het werk. Ook lichamelijke klachten zoals rugklachten, hoofdpijn, gewichtstoename of gewichtsverlies zijn signalen dat er iets niet goed gaat. De risico’s zijn extra groot bij insecure overachievers. Het gaat hierbij om medewerkers, veelal jong en hoogopgeleid, die bij elke taak voor een tien gaan, ook waar een zes genoeg is. Onzeker als ze zijn, is het hun belangrijkste doel om geen fouten te maken. Hun overachievement heeft grote gevolgen: deze mensen hebben het altijd te druk en lopen een groot risico om op termijn “om te vallen”.

5. Ga het gesprek aan met medewerkers, maar ga geen doktertje of psycholoog spelen
Iedere medewerker is anders. Hoe iemand de zwaarte van zijn werk ervaart, wordt mede bepaald door zijn mindset en persoonlijkheid: is iemand flexibel, gericht op innovatie of juist meer behoudend en gericht op regels en afspraken? Juist om die reden kunnen managers de weerbaarheid van medewerkers vergroten door open het gesprek met hen aan te gaan. De manier waarop dit gebeurt is wel heel belangrijk. Waarom-vragen zijn niet verstandig: ze klinken beschuldigend en brengen de medewerker in het defensief. Hoe – en wat – vragen zijn veel effectiever: hoe komt het dat je te weinig energie hebt of het te druk hebt? Wat belemmert je om iets af te krijgen? Als de vraag zo gesteld wordt vraag je naar persoonlijke redenen of achtergronden en blijkt bijvoorbeeld dat de levensfase waar iemand in zit met opgroeiende kleine kinderen voor spanning zorgt. Of het wordt duidelijk dat iemand door de veranderde omgeving of marktvraag vaardigheden mist en hierdoor steeds weer in de knel komt. Zodra de achtergrond van het probleem duidelijk is, kan ook oplossingsgericht hulp worden geboden zodat mensen hun gedrag kunnen veranderen. Hierbij is het zaak om goed af te wegen wat je als manager zelf kunt doen en wat je beter aan een gespecialiseerde professional– bijvoorbeeld een vitaliteitscoach, trainer, psycholoog of diëtist – kan worden overgelaten. Hier geldt, net als bij elke andere veranderingsproces: neem de tijd voor verandering, maar stel wel duidelijke doelen in de tijd en monitor deze.

 

Jaag de herfstblues de deur uit

Jaag de herfstblues de deur uit

 

De dagen worden korter, het weer druileriger en de temperatuur daalt. De jaarlijkse herfstblues en winterdip liggen weer op de loer. Zeker wie al vóór het licht wordt, op kantoor zit of in de auto daarnaartoe, en weer in het donker naar huis gaat, staat soms maandenlang nauwelijks bloot aan natuurlijk licht. Wat zijn de fysieke en mentale gevolgen van dit ‘mollenbestaan’? En hoe kun je die terugdringen, voor jezelf en je medewerkers? Lees meer >>

 

“We hebben zonlicht nodig om het slaaphormoon melatonine af te breken”, zeg Serge van Amstel, GZ-psycholoog bij Arbo Unie. “In deze maanden schijnt de zon minder, duren de dagen korter en komen we minder buiten. Daardoor worden we niet goed wakker en blijven we een beetje in die wollige, slaperige toestand hangen.” Bedrijfsarts Ernst Lutgert vult aan: “De één heeft er minder last van dan de ander, maar bijna iedereen zal dit herkennen. Je wordt er overigens niet ziek van, maar het heeft wel negatieve invloed op je productiviteit. Die gaat omlaag, en mensen zijn ook lustelozer, minder creatief en sneller afgeleid.“

 

De winterdip te lijf

Dé belangrijkste remedie tegen de winterdip is: de buitenlucht in. Serge: “Vooral licht in het blauwe spectrum helpt melatonine af te breken. Er zijn lampen te koop die dat licht uitstralen en je ermee opwekken. Die helpen. Maar verreweg het meest effectief is zonlicht, met name het ochtendlicht. Probeer dus al ’s morgens buiten te komen. En maak er een gewoonte van om in de pauze een ommetje te maken. Oók als het regent.” Ernst: “Dat is het beste wat je kunt doen, dan pak je meteen ook wat lichaamsbeweging mee. Werkgevers kunnen dat bijvoorbeeld bevorderen door erop aan te dringen dat medewerkers een lunchwandeling maken en paraplu’s beschikbaar stellen.”

 

Andere do’s en don’ts voor een wakkere winter

  • Doe je best om dingen te doen die energie geven, ook al heb je daar in de winter misschien minder zin in. Blijf vooral in beweging.
  • Begin de dag met koffie. Koffie heeft invloed op uw biologische klok. Het effect van een beetje daglicht wordt versterkt door de werking van koffie. Koffie helpt de winterdip dus verdrijven. (Maar: overdaad schaadt.) (te belerend naar mijn idee)
  • Eet gezond, niet te veel, te zoet en te zwaar.
  • Thuis de lampen harder laten branden helpt niet. Normale lampen hebben niet de juiste frequentie om melatonine af te breken.
  • Onder de zonnebank gaan liggen heeft ook geen zin; het licht moet in de ogen komen om het slaaphormoon af te kunnen breken.
  • Leg minstens een uur voor het slapengaan de laptop en smartphone terzijde. Want daar komt nou juist wel weer dat blauwe licht vanaf dat de slaap verdrijft.
  • Boek een zonvakantie als de agenda en portemonnee dat toelaten.

Als je al deze tips opvolgt, is de kans groot dat je de donkere dagen – en maanden – voor de kerst fitter en frisser doorkomt.