Let op de toppers
Let op de toppers
Juist de beste medewerkers kunnen omvallen
Het grootste beroepsrisico in ons land is stress op de werkvloer: een derde van het werkgerelateerde ziekteverzuim hangt hiermee samen. Wie lopen risico om uit te vallen? En waar zijn deze werknemers het meeste mee geholpen? Ernst Lutgert en Serge van Amstel, bedrijfsarts en bedrijfspsycholoog bij Arbo Unie, pleiten voor een multidisciplinaire, liefst preventieve aanpak.
“Wat opvalt is dat mensen die omvallen door stress, vaak een bepaalde combinatie van persoonskenmerken hebben”, vertelt Lutgert. “Ze leggen de lat voor zichzelf heel hoog, zijn perfectionistisch, goed gemotiveerd, loyaal en zeggen graag ja.. Meestal zijn het dus je beste werknemers: ze leveren goed werk en je zult ze niet snel betrappen op fouten. Daardoor krijgen ze extra werk en taken, en omdat ze niet graag nee zeggen, ligt er altijd veel op hun bord. Een nare valkuil, want werkgevers zijn juist blij met medewerkers die heel erg inzetbaar zijn en geven hun graag taken geven omdat ze weten dat het dan goed komt. Helaas blijkt dat in sommige gevallen niet duurzaam te zijn.”
Bezuinigen op de verkeerde dingen
Van Amstel: “De klachten bouwen zich meestal langzaam op: het begint met wat vage klachten, zoals wat minder concentratie, vermoeidheid, prikkelbaarheid. Dat gaat vanzelf wel over als het wat minder druk wordt, is meestal de reactie. Wat je bovendien vaak ziet is dat mensen een te hoge werklast op een verkeerde manier compenseren. Ze bezuinigen op dingen die juist goed voor hen zijn; ze gaan minder sporten, slaan verjaardagen over, nemen niet de tijd om goed te eten, pakken eens een extra borrel om te ontspannen. Op die manier verminderen ze hun eigen draagkracht. Totdat ze omvallen.”
Stress herkennen
Lutgert en Van Amstel krijgen deze kwetsbare groep medewerkers vaak pas in hun spreekkamer als het compenseren niet meer lukt en ze zich uiteindelijk ziek moeten melden. Dat is ontzettend jammer en vooral te laat. Daarom attenderen zij werkgevers steeds nadrukkelijker op ruimere aandacht voor preventieve maatregelen. Op de mogelijkheden om te investeren in werknemers zodat ze zelf in staat blijven om topprestaties te leveren. Zoals ook topsporters nóg beter worden met de juiste coaching. Het versterken van de mentale veerkracht van de werknemers die het onderste uit de kan halen is een investering die zichzelf dubbel en dwars terugbetaalt. In performance én in individuele gezondheid. Het komt erop neer dat zowel de leidinggevende als de werknemer zichzelf vaardigheden aanleert waardoor ze optimaal en ook duurzaam kunnen blijven presteren.
Ga het gesprek aan
Leidinggevenden hebben daarbij een cruciale rol. Lutgert: “Als je aan leidinggevenden vraagt of ze niet hebben zien aankomen dat hun medewerker ging uitvallen, blijken ze negen op de tien keer achteraf wel degelijk signalen te hebben opgevangen. Alleen hebben ze er te weinig acht op geslagen.” Dat is jammer want de vaardigheden om wél op tijd in actie te komen zijn te trainen. “Zo worden leidinggevenden alerter op veranderend gedrag bij medewerkers, zoals geprikkeldheid of wisselende stemmingen”, zegt Van Amstel. “Daar kunnen ze dan mee aan de slag voordat het te laat is. Het gesprek aangaan, druk wegnemen. Het vaak gehoorde argument ‘het werk moet wél gedaan worden’ geldt niet, want als iemand uitvalt, moet je hetzelfde werk met nóg minder mensen doen.”
Trek aan de bel
Ook de periodieke medische onderzoeken onder werknemers met vragen over stress en piekeren brengen sluimerende en dreigende problemen in organisaties boven tafel. Belangrijke signalen waarmee onderliggende pijnpunten in een organisatie te achterhalen zijn en waarop werkgevers kunnen bijsturen. Werknemers hebben daarin ook een eigen verantwoordelijkheid. Lutgert: “Stimuleer werkenden om op tijd aan de bel te trekken. In een werkomgeving waar zowel prestatie als gezondheid prioriteit hebben is dat de normaalste zaak van de wereld. Daar is het juist een positief signaal, en niemand schaamt zich ervoor. Een oriënterend gesprek met een bedrijfsarts kan de eerste stap zijn, bijvoorbeeld tijdens een preventief spreekuur of via de online videochat. Daar zie je snel of iemand zich richting gevarenzone begeeft en dat is dan vaak nog makkelijk bij te sturen”, aldus Lutgert.
Samen optrekken
Komt het ondanks alle inspanningen toch tot verzuim, dan zijn er gezamenlijke inspanningen nodig om iemand weer terug in het arbeidsproces te krijgen. Van Amstel: “Het is belangrijk om samen op te trekken, elk vanuit zijn eigen discipline of rol. De bedrijfsarts, andere professionals zoals de psycholoog en de bedrijfsmaatschappelijk werker én de werkgever. Dat iedereen zich realiseert in welke fase van herstel een werknemer zit en periodiek afstemmen welke benadering daarbij het beste aansluit. Dat kan zonder de privacyrichtlijnen te overschrijden. Het gaat erom dat niemand het proces onnodig vertraagt door de verkeerde dingen te zeggen op het verkeerde moment. Dat je met iemand over spoedige werkhervatting gaat praten op het moment dat dit bij de begeleiding past en niet als iemand nog worstelt met allerlei emoties.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!